top of page

Art by Ingrid de Jong

Anders

Acryl op doek, 50x50 cm

Hoi, ik ben een buitenbeentje, want ik ben anders. Ik had natuurlijk ook gewoon graag een rode tulp geweest of een gele, maar ik ben nu eenmaal zoals ik ben. Na de bloei zie je dat niet hoor, want van binnen zijn we allemaal hetzelfde. Dan zit ik net als al mijn vriendjes in een soort van winterslaap in mijn warme bolletje. Niemand die me dan stoort met flauwe grappen en me vraagt of ik een blauwtje heb gelopen. Vorig jaar was er nog zo'n lolbroek die me vroeg wanneer ik weer ging ademhalen omdat ik wel heel erg blauw/paars begon aan te lopen. Ik word daar soms zo simpel van. Kijkt er dan nooit eens iemand verder dan zijn steeltje lang is? Alsof het allemaal al niet moeilijk genoeg is. Ja, je hebt van die gelukkigen die ieder jaar op vakantie gaan en lekker gezellig bij elkaar kunnen drogen, maar ik zit hier altijd alleen in het donker. Dat klinkt heel zielig, maar dat ben ik niet hoor. Ik kan dat heel goed hebben en ik vind die vaste grond eigenlijk ook wel heel erg prettig. Het maakt dat ik me stevig geworteld voel en het geeft me een extra steuntje in de rug. Dat voelt niet alleen veilig, maar ook vertrouwd. Toch mis ik die gezelligheid soms wel. Iedere keer kijk ik dan ook reikhalzend uit naar het voorjaar. Zodra ik voel dat de vorst een beetje uit de grond is kruip ik mijn bolletje al uit. Hoe diep ik ook zit, ik zie altijd maar 1 weg: naar boven! Niemand die ziet hoe zwaar dat is, maar het lukt me steeds weer. Niets zo heerlijk als de grond te voelen breken, het eerste licht wat zichtbaar wordt of die warme zonnestralen weer te voelen. Van blijdschap doe ik dan nog harder mijn best. Ik wil eruit, omhoog! Ik wil zien of ik de eerste ben en of mijn vriendjes er allemaal weer zijn. Morgen zal ik het weten. Er is vannacht wat regen gevallen en ik weet zeker dat ik morgen kan zien of er dit jaar weer veel nieuwe buren bij zijn gekomen. Zullen ze aardig tegen me zijn? Of zitten er misschien weer van die vervelende tussen. Van die kleurloze types, die zich gesterkt voelen door de massa omdat ze toevallig ergens bij horen. Nou, mij krijgen ze niet gek. Ik geniet van elke dag en richt me volledig op de zon. Als er iets is waar ik goed in ben dan is het wel mijn k(n)op naar het licht toekeren. Niemand die me daarvan af kan brengen. Laat ze maar over me zeggen wat ze willen. Ik zou niet eens willen verdwijnen in die homogene groep. Ik ben wie ik ben en zolang ik niet geplukt word, pluk ik de dag.

bottom of page